Watertoets
Vanaf 1 november 2003 is de watertoets wettelijk van toepassing, een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. De watertoets heeft als doel te voorkomen dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt in het beheersgebied van Waterschap Rivierenland. De rioleringstaak binnen het plangebied valt onder verantwoordelijkheid van de gemeente Leerdam.
Nationaal Waterplan
Op basis van de Waterwet wordt elke zes jaar een Nationaal Waterplan vastgesteld. Het Nationaal Waterplan is het rijksplan voor het waterbeleid in Nederland. Op 22 december 2015 wordt het Nationaal Waterplan2016-2021 vastgesteld. Dit nieuwe Nationaal Waterplan geeft de hoofdlijnen, principes en richting van het nationale waterbeleid in de planperiode2016-2021, met een vooruitblik richting 2050. Met dit Nationaal Waterplan zet het kabinet een volgende ambitieuze stap in het robuust en toekomstgericht inrichten van ons watersysteem, gericht op een goede bescherming tegen overstromingen, het voorkomen van wateroverlast en droogte en het bereiken van een goede waterkwaliteit en een gezond ecosysteem als basis voor welzijn en welvaart.
Waterschapsbeleid
De gemeente en het Waterschap Rivierenland hebben het stedelijk waterplan Leerdam vastgesteld (mei 2008), waarin de principes van een duurzaam stedelijk waterbeheer nader uitgewerkt worden. Gelet op de verwachte klimaatverandering (nattere winters, drogere zomers, hevigere buien) streven beiden met name naar een veerkrachtiger stedelijk watersysteem. Het waterschap heeft haar beleid vastgelegd in het Waterbeheerprogramma 2016 - 2021 'Koers houden, kansen benutten'. Met dit programma blijft het waterschap op koers om het rivierengebied veilig te houden tegen overstromingen, om voldoende en schoon water te hebben en om het afvalwater effectief te zuiveren. Het waterbeheerprogramma beschrijft wat het waterschap in de planperiode wil bereiken en hoe men dat wil doen. Voor kleinschalige ruimtelijke ontwikkelingen in het stedelijk gebied streeft het Waterschap minimaal naar het stand-still beginsel. Dit houdt in dat door bouwplannen de waterhuishouding niet mag verslechteren, bij eventuele verhardingen dient hiervoor dan ook gecompenseerd te worden in de vorm van open water. Als vuistregel kan gehanteerd worden dat voor 1 ha verharding ter compensatie 2.180 m² = 436 m³ open water moet worden gerealiseerd.
Daarnaast geldt voor de realisatie van kleine voorzieningen zoals serres, tuinschuurtjes, enkele woning, etc. een eenmalige vrijstelling van de compensatieplicht van 500 m² voor stedelijk gebied en 1.500 m² voor landelijk gebied. Hiervoor geldt dat het moet gaan om een verhard oppervlak of voorziening die op zichzelf staat. Wanneer het verharde oppervlak in eerste instantie weliswaar kleiner is dan 500 m², respectievelijk 1.500 m², maar deel uitmaakt van een groter geheel, bijvoorbeeld een planologisch bepaalde mogelijkheid, zou er van latere aanbouw of uitbreiding een cumulatief effect kunnen uitgaan. In deze gevallen moet bij een volgende uitbreiding, die het totaal verharde oppervlak groter doet zijn dan 500 m², respectievelijk 1.500 m², de meerdere oppervlakte alsnog worden gecompenseerd.
Gemeentelijk beleid
De gemeente Leerdam heeft in nauwe samenwerking met het Waterschap Rivierenland het Gemeentelijk Waterplan Leerdam, Glashelder Water (2007) opgesteld. De aanleiding voor het waterplan zijn de knelpunten, ontwikkelingen, maar ook kansen op watergebied, waar gemeenten in de 21ste eeuw mee geconfronteerd worden. Zo is er bijvoorbeeld periodiek sprake van grondwateroverlast, treden waterkwaliteitsproblemen op bij riooloverstortingen en wordt de kwelafhankelijke natuur bedreigt door verdroging.
Met het opstellen van het waterplan wordt de gezamenlijke focus aangebracht. Deze heeft een inhoudelijke dimensie - de samenhang - en een procesmatige dimensie - de samenwerking. Door zowel de samenhang als de samenwerking te versterken, kunnen ambities op het gebied van integraal waterbeheer en de kwaliteit van de leefomgeving worden vergroot.
De doelstelling van het waterplan is het realiseren van een gezond en veerkrachtig watersysteem, gebaseerd op een gezamenlijke visie van de gemeente en het waterschap op de inrichting, het gebruik en het beheer en onderhoud van de waterhuishouding.
Planspecifiek
Verhard oppervlak
In de huidige situatie is het plangebied grotendeels verhard. Er worden 58 woningen gesloopt waarvoor 36 vervangende nieuwbouw woningen worden teruggebouwd. In navolgende tabel is de verhardingsbalans uiteengezet:
| huidige situatie | nieuwe situatie |
uitgeefbaar | 6590 | 4924 |
tuin | 3512 | 2414,3 |
achterpad | 408 | 210 |
bebouwd woning | 2264 | 2065,7 |
bebouwd berging | 406 | 234 |
verhard openbaar | 2853 | 3536 |
groen openbaar | 0 | 982 |
totaal | 9443 | 9442 |
| | |
totaal groen | 3512 | 3396,3 |
totaal verhard | 5931 | 6045,7 |
Uit de bovenstaande tabel komt naar voren dat er in de nieuwe situatie sprake is van een toename van 114,7 m² verharding. Volgens de Keur van het waterschap dient een toevoeging aan verharding te worden gecompenseerd. Er is immers geen sprake van een op zichzelf staand geheel van 500 m², maar maakt de ontwikkeling onderdeel uit van een groter (planologisch) geheel.
Daarnaast is onderhavig plangebied onderdeel van de overkoepelende wijk "Achter de Pijp". Deze ontwikkeling wordt in twee fases gerealiseerd, middels voorliggend bestemmingsplan voor de Rozen-, Tulp- en Dahliastraat en een bestemmingsplan voor het Lingeplein. Samen vormen deze twee bestemmingsplannen één stedenbouwkundig geheel. Bij het ontwerp van dit geheel is de verhardingsbalans (evenals de riolering, zie hierna) berekend aan de hand van dit geheel. In voorliggend bestemmingsplan is de verhardingsbalans zoals hierboven uiteen is gezet niet geheel sluitend. Dit tekort van 114,7 m² wordt in het bestemmingsplan Lingeplein ruimschoots gecompenseerd middels een omvangrijke groenstrook in het zuidelijke deel van de gehele nieuwe wijk "Achter de Pijp". Aangenomen wordt dat deze integrale berekening van de verhardingsbalans voor de wijk "Achter de Pijp", net als het rioleringsplan, haar goedkeuring verleend. De voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van het bestemmingsplan Lingeplein is daarnaast reeds in gang gezet en zal naar verwachting eveneens in 2018 in procedure gaan waarmee de compensatie gegarandeerd wordt.
Afvoer hemelwater - riolering
Onderhavig plangebied is onderdeel van wijk "Achter de Pijp". De gemeente Leerdam heeft voor deze wijk een rioolontwerp opgesteld om de riolering te vervangen en de riolering in deze wijk te verbeteren. Het hemelwater afkomstig uit de bestaande wijk ‘Achter de Pijp’ wordt afgekoppeld van het vuilwaterriool en wordt afgevoerd naar twee verschillende watergangen. Het afkoppelplan maakt onderdeel uit van de stedelijke ontwikkeling van Leerdam-West en is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling en realisatie van plangebied Broekgraaf en het plan Grote Wielsloot. Waterschap Rivierenland heeft dit rioolontwerp in mei 2017 goedgekeurd en besloten de gevraagde vergunning, onder voorwaarden genoemd in de deel II van de watervergunning, te verlenen.
Watergangen
De volgende afbeelding toont een fragment van de 'Legger wateren' van het Waterschap Rivierenland.
Fragment legger wateren Waterschap Rivierenland, plan gebied aangegeven met rode cirkel
Uit voorgaande afbeelding blijkt dat in de nabije omgeving van het plangebied geen watergangen aanwezig zijn. In paragraaf 2.2 is aangegeven hoe wordt omgegaan met mogelijke wateroverlast in de buurt. Daarmee is het plan uitvoerbaar met betrekking tot het aspect water.